1

Intern document Defensie: al jaren zorgen om ziekmakende burnpits

Dagblad van het Noorden, door Bart Olmer: De rook, de stank en de gezondheidsrisico’s door afvalverbranding op de militaire basis in Kandahar, Afghanistan, was jarenlang een groot zorgenpunt voor Nederlandse militairen in Afghanistan. Dit blijkt uit een intern document, in bezit van deze krant.

„De afvalverbranding op Kandahar Airfield (Kaf) staat al een paar jaar ter discussie. Elke rotatie komen er vragen over stank en emissie (rookontwikkeling) die ontstaat bij de afvalverbranding. De meeste vragen betreffen gezondheidsrisico’s op korte en/of lange termijn. Deze vragen worden ook door de ander geallieerde landen die op Kaf verblijven geuit”, staat in het defensiestuk , getiteld ‘Informatieblad Burnpit Kaf, uit begin 2010.

 

Authentiek stuk

Het document bewijst dat burnpits binnen de legertop een groot ‘issue’ was. Defensiewoordvoerder Jos van der Leij bevestigt dat het een authentiek document betreft. Defensieminister Ank Bijleveld zei aanvankelijk van geen meldingen te weten over gezondheidsschade door burnpits, maar corrigeerde dit later in de Tweede Kamer.

Het document is opgesteld namens de contingentscommandant Afghanistan. In de periode maart tot en met juni 2010 werd de functie van contingentscommandant ingevuld door commandeur Henk Itzig Heine, die inmiddels defensie heeft verlaten.

Dit is opmerkelijk, omdat Henk Itzig Heine momenteel deel uitmaakt van de Stichting CAOP, dat namens Defensie uitzoekt wat de gezondheidseffecten zijn geweest op militairen door de burnpits in Afghanistan. Heine is lid van de bestuursraad van de stichting.

 

Vraagtekens bij onafhankelijkheid

De Drentse jurist Ferre van de Nadort zet daarom „grote vraagtekens bij de onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid” van het Defensiemeldpunt dat vorige week online kwam, en spreekt over „de schijn van partijdigheid”.

Ook voorzitter Erik Jurriëns van de Onafhankelijke Defensiebond (ODB) deelt die kritiek: „Je zag het ook in de Chroom-6-affaire; de onderzoeker was toen tevens opdrachtgever: Defensie. Dat moet je gewoon niet doen.” Jurriëns pleit ervoor het Defensiemeldpunt onder te brengen bij een vakbond.

Het Defensiemeldpunt is de praktische uitwerking van de belofte van Defensieminister Ank Bijleveld dat zij de omvang laat onderzoeken van mogelijke gezondheidsklachten bij militairen door de blootstelling aan burnpits tijdens militaire missies in het buitenland.

 

‘Schijn van partijdigheid’

Van de Nadort: „Defensie heeft er voor gekozen om een meldpunt in te richten bij de Stichting CAOP, volgens haar een onafhankelijke organisatie. In de raad van bestuur van deze stichting zit een voormalig Hoofd Directeur Personeel van Defensie, dé grote verantwoordelijke voor de registratie van gezondheidsklachten en personeelsbeleid. Hij was ook contingentscommandant in Afghanistan in 2010. Hij moet toentertijd wel op de hoogte zijn geweest van burnpits in Afghanistan. Naast hem maakt ook de Directeur Werkgeverszaken Defensie deel uit van het bestuur. Daarmee wordt de schijn van partijdigheid gewekt.”

Het meldpunt is het volstrekt oneens met zijn kritiek. Volgens woordvoerster Ans Compaijen is het CAOP „een onafhankelijke stichting onder toezicht van sociale partners, en met een onafhankelijke voorzitter. De Raad van Toezicht heeft geen inhoudelijke bemoeienis met de door het CAOP uit te voeren werkzaamheden. De Raad van Toezicht is daarom op geen enkele manier betrokken (geweest) bij het instellen van dit meldpunt, noch met de werkzaamheden daarvan.”

 

Kritiek ‘onzinnig’

Een defensiebron noemt de kritiek onzinnig, omdat de oud-contingentscommandant destijds niet betrokken was bij de dagelijkse gang van zaken op de militaire bases in Afghanistan. Zijn rol was meer een overkoepelende, coördinerende en administratieve, namens de Commandant der Strijdkrachten.

Het CAOP benadrukt dat militairen veilig bij het meldpunt terechtkunnen. „Zij worden door ons persoonlijk, deskundig en onafhankelijk te woord gestaan. Zo gebeurt hun melding goed en volledig. Het CAOP verzamelt informatie uit de meldingen en rapporteert vervolgens anoniem aan Defensie.”

Defensie heeft haar eigen meldpunt opgericht om „inzicht te krijgen in de omvang en aard van de gezondheidsklachten onder voormalige en actief dienende defensiemedewerkers die zijn blootgesteld aan de uitstoot van burnpits”.

 

Defensiemeldpunt garandeert anonimiteit

Defensie zegt dat oude, interne meldingen niet doorzoekbaar zijn voor het ministerie. „Deze meldingen zijn opgenomen in medische dossiers en vallen onder medisch beroepsgeheim. Defensie kan deze meldingen niet zomaar opvragen en heeft daarom de omvang en aard van de gezondheidsklachten nog niet precies in kaart. We roepen dan ook iedereen op om zich hier te melden als er mogelijk gezondheidsklachten zijn ontstaan als gevolg van het inademen van uitstootgassen van burnpits.”

Het Defensiemeldpunt zegt anonimiteit te garanderen voor de melders: „Het meldpunt deelt geen persoonsgegevens met anderen, waardoor uw melding anoniem blijft. Het CAOP verzamelt de informatie uit de meldingen en rapporteert dit aan Defensie. Dat rapport gaat op algemeen niveau over bijvoorbeeld: waar, hoe of wanneer zij met burnpits in aanraking zijn gekomen, de hoeveelheid, aard en omvang van de klachten, leeftijdsgroepen van de mensen die zich hebben gemeld, militair of burgerpersoneel zijn.”

 

250 reacties bij burnpit.nl

Op basis van die inventarisatie besluit de minister of er een onafhankelijk onderzoek komt naar de gevolgen van burnpits. „Of er een onderzoek komt en wat de omvang van dit onderzoek precies is, wordt onder andere bepaald door de meldingen via dit meldpunt.”

De Drentse jurist heeft via het meldpunt inmiddels 250 reacties gekregen van militairen met specifieke gezondheidsklachten. Defensie kon vanochtend nog niet zeggen hoeveel meldingen er inmiddels zijn binnengekomen bij het Defensiemeldpunt. Zodra dat bekend is, zal dit bij dit artikel worden vermeld.

2

Defensiemeldpunt heeft de schijn tegen

Minister Bijleveld (Defensie) beloofde tijdens het vragenuur vorige week dat zij een meldpunt zal inrichten voor ex-werknemers die ziek zijn geworden door het werken bij Defensie. Gisteren werd een Defensiemeldpunt geopend. Door de slachtoffers die zich via burnpit.nl hebben verenigd, worden grote vraagtekens gezet bij de onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid van dat meldpunt. Ook lijkt Defensie weinig te hebben geleerd uit het verleden.

Defensie heeft er voor gekozen om een meldpunt in te richten bij de Stichting CAOP, volgens haar een onafhankelijke  organisatie. In de raad van bestuur van deze stichting zit een voormalig Hoofd Directeur Personeel van Defensie en tevens oud-contingentscommandant in Afghanistan in 2010. Hij moet toentertijd wel op de hoogte zijn geweest van burnpits in Afghanistan. Naast hem maakt ook de Directeur Werkgeverszaken Defensie deel uit van het orgaan dat toezicht houdt op de stichting. Daarmee wordt de schijn van partijdigheid gewekt.

 

Niet geleerd van het verleden

De betrokkenheid van oud-commandanten bij het Defensiemeldpunt, vertoont veel gelijkenis met de chroom-6 zaak. Toen koos Defensie er voor om een oud-commandant, oud-generaal Freek Groen, aan te stellen als onderzoeksleider van het onderzoek naar de kankerverwekkende chroomverf. Toen bekend werd dat Groen van 1984 tot en met 1992 een hoge leidinggevende was op de vliegbasis Twenthe, moest hij zich terug trekken.

1

Aanmelden bij het onafhankelijk Meldpunt burnpits

Het Meldpunt burnpits deelt informatie, bundelt kennis en verleent juridische bijstand verleend. Binnen dit collectief hebben zich de slachtoffers van burnpits verenigd. Zo staan we sterk en zo geeft het Meldpunt burnpits Defensie richting. Daarmee hebben we burnpits al op de politieke agenda gekregen en erkenning dichterbij gebracht. Samen sterk door kennis, onderzoek en juridische bijstand!

Het collectief dat zich bij het Meldpunt burnpits heeft verenigd heeft in korte tijd aandacht gevraagd en gekregen voor burnpits. Dat kon omdat slachtoffers en collega’s massaal informatie hebben gedeeld. Op die manier heeft het Meldpunt burnpits de ontkenningen door de Minister van Defensie getrotseerd en burnpits boven aan op de politieke agenda gekregen.

Maar we zijn er nog niet. Sterker nog: we zijn nog maar net begonnen. Met de vele meldingen willen we geneeskundig onderzoek laten uitvoeren, buiten de gezondheidsorganisatie van Defensie. Waarom? Omdat het Meldpunt burnpits Defensie geen invloed wil laten uitoefenen op de uitkomst en de duur van zo’n onderzoek. Het Meldpunt burnpits wil geen tweede slepend  Chroom-6 dossier.

 

Klachten? Neem contact op. Gratis intake. Uw schade verhaald.

Binnen het collectief wordt informatie gedeeld, kennis gebundeld en juridische bijstand verleend. Zo staan we sterk. Daarmee hebben we burnpits al op de politieke agenda gekregen en erkenning dichterbij gebracht. Wij zorgen dat u de schade vergoed krijgt.

 

Vertrouwelijkheid voorop

Dagelijks krijgen wij tientallen meldingen binnen van slachtoffers, maar ook van (actief) dienende militairen. Deze meldingen zijn van belang voor het onderzoek. Veel melders maken duidelijk dat zij geen of weinig vertrouwen in Defensie hebben en daarom niet willen dat hun identiteit bij Defensie bekend wordt. Dat respecteren wij.

Meldingen worden bij de het Meldpunt burnpits vertrouwelijk behandeld. Daarom doet het Meldpunt burnpits Defensie geen mededelingen over de identiteit van de melders.

 

Juridische bijstand

Binnen het meldpunt burnpits is het mogelijk om juridische bijstand te krijgen. Door het collectief kunnen de kosten hiervan worden beperkt. Maar wij gaan verder, waar anderen stoppen. Het Meldpunt burnpits werkt actief aan verandering van wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld door het verlangen van het recht op periodiek geneeskundig onderzoek en monitoring bij een zorginstelling naar keuze voor rekening van Defensie. Dat zou volgens ons voor alle veteranen moeten gelden. Wij onderscheiden ons met de lobby om regelgeving aan te passen van andere (rechts)hulpverleners. Als lid van het collectief profiteert u daarvan.

0

Minister: vier meldingen bij Defensie over ‘burnpits’

Het ministerie van Defensie heeft tot nu toe vier officiële meldingen binnengekregen over gezondheidsklachten door ‘burnpits’. Minister Bijleveld heeft dat gezegd tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer. Ze laat wellicht onafhankelijk onderzoek doen naar de relatie tussen burnpits en de gemelde gezondheidsklachten.

Het ministerie neemt contact op met de jurist Van de Nadort, die bijna twee weken geleden aan de bel trok nadat militairen zich bij hem hadden gemeld. De militairen denken dat ze in Afghanistan kanker hebben gekregen door burnpits. Dat zijn afvalhopen van medisch afval en werkmateriaal, die worden verbrand in militaire kampen. Vanmiddag heeft Van de Nadort laten weten dat hij inmiddels 122 meldingen heeft binnengekregen.

 

Ernst

Vorige week zei Bijleveld dat er geen formele meldingen bekend waren bij Defensie. Dat deed ze in reactie op een door Van de Nadort geopenbaarde brief, waarin het pensioenfonds ABP namens de minister van Defensie erkent dat een militair in Afghanistan blootgesteld was aan toxische stoffen en gassen. De minister herhaalde in het vragenuur dat het hier niet ging om een officiële melding van een gezondheidsklacht.

De minister benadrukte nogmaals dat militairen die gezondheidsklachten hebben, zich moeten melden bij Defensie. Dan kan er worden gekeken of deze zijn ontstaan uit de giftige stoffen die vrijkomen bij burnpits. “Wij doen er alles aan om in beeld te krijgen wat de ernst van de situatie is”, zei de minister.

 

Wegmoffelcultuur

SP-Kamerlid Karabulut zei dat de Kamer keer op keer geconfronteerd wordt met zieke veteranen en ernstige gezondheidsklachten, die niet serieus worden opgepikt door Defensie. Volgens Denk-Kamerlid Özturk is er sprake van een “wegmoffelcultuur” en “ontkenningscultuur”. Bijleveld ontkende dat met grote stelligheid. “Maar je moet wel goed weten wat de meldingen zijn en daar hebben wij ons afgelopen week in verdiept”, aldus de minister.

Regeringspartij D66 wil dat militairen die in aanraking zijn geweest met burnpits een brief krijgen van Defensie. Het gaat om militairen die tussen juli 2006 en juli 2010 in de Nederlandse legerbasis Kamp Holland in de Afghaanse provincie Uruzgan zaten.

 

Giftige stoffen

Volgens CDA-Kamerlid Bruins Slot zijn niet alleen Nederlandse militairen in aanraking gekomen met burnpits, maar ook Amerikanen, Britten en Canadezen. Ze wil dat het ministerie ook metingen van deze landen opvraagt, zodat alle informatie boven tafel komt. Bijleveld zegde toe dit te doen.

 

Klachten? Neem contact op. Gratis intake. Uw schade verhaald.

Binnen het collectief wordt informatie gedeeld, kennis gebundeld en juridische bijstand verleend. Zo staan we sterk. Daarmee hebben we burnpits al op de politieke agenda gekregen en erkenning dichterbij gebracht. Wij zorgen dat u de schade vergoed krijgt.

0

Hier, minister, de meldingen van zieke militairen over burnpits die u ‘niet kent’

Een groep militairen heeft zich wél degelijk bij defensie gemeld met ernstige gezondheidsschade, waaronder kanker, die zij relateren aan vuilverbranding op missie in Afghanistan.

Het ministerie van defensie zei vorige week geen weet te hebben van militairen die kanker zouden hebben opgelopen door vuilverbranding op missie in Afghanistan. Het departement heeft geen klachten ontvangen, zei minister Ank Bijleveld.

Ze reageerde daarmee op de ruim vijftig militairen die zich recent hebben verenigd en die claimen ernstige gezondheidsschade te hebben opgelopen door het verbranden van vuil. Vele militairen hebben zich verbaasd over de stelligheid van de minister.

Bewijs

Dagblad van het Noorden heeft bewijs in handen dat verschillende militairen defensie in het verleden formeel aansprakelijk hebben gesteld voor de blootstelling aan gifstoffen door burnpits.

Onder hen ook ex-militairen met kanker, zoals de Friese ex-luchtmachtmilitair Johan Smit. Ook hij stelde defensie destijds formeel aansprakelijk. Ook twee defensiemonteurs met leukemie stellen dat defensie weet heeft van hun medische situatie door blootstelling aan burnpits. Deze monteurs hebben zich reent gemeld bij het meldpunt over burnpits.

Ook beschikt deze krant over correspondentie met defensie waarin de blootstelling aan giftige stoffen door burnpits wordt erkend, én de relatie daarmee met ernstige medische aandoeningen.

‘Blootstelling gifstoffen verbrandingsovens’

Deze krant heeft inzage gehad in dossiers waarin duidelijk staat dat defensie wél meldingen kreeg. In één daarvan staat: „Cliënt is van mening dat defensie aansprakelijk is voor de gezondheidsschade die hij heeft opgelopen ten gevolge van blootstelling aan giftige stoffen uit de verbrandingsovens op de luchtmachtbasis Kandahar in de periode dat hij naar Afghanistan uitgezonden is geweest.”

Uit stukken blijkt dat defensie zelfs standaardformulieren gebruikte voor de registratie van blootstelling aan vrijkomende stoffen door burnpits. Zo’n formulier heeft als titel ‘Personeelsregistratieformulier blootstelling vrijkomende stoffen locatie burnpit, Kandahar Air Field, Afghanistan’. Daar staat dat het „per mand moet worden ingevuld” en „betrokken draagt zelf zorg voor archivering in het eigen dossier”.

Document erkent relatie burnpit en gezondheidsschade

De Drentse jurist Ferre van de Nadort – die juridisch het voortouw neemt in de erkenning van burnpitschade van militairen – heeft documenten waarin de directe relatie wordt erkend door defensie tussen gezondheidsklachten en burnpits.

Eén van die bewijsdocumenten is ondertekend namens de minister van defensie door Stichting Pensioensfonds ABP: „Uit een opgemaakt proces-verbaal blijkt dat u tijdens uitzending in Afghanistan op kamp Holland in aanraking bent geweest met toxische stoffen en gassen uit een burning pit. Hiermee staat vast dat u bij het verrichten van opgedragen werkzaamheden tijdens verblijf in militaire dienst aan toxische stoffen en gassen bent blootgesteld geweest.”

De brief vervolgt: „Met deze brief wordt u van deze vaststelling in kennis gesteld. Deze vaststelling kan voor u van belang zijn als u na dienstverlating onverhoopt klachten zou gaan krijgen ten gevolge van contact met toxische stoffen en gassen.”

‘Bewering minister evident onjuist’

Jurist Van de Nadort was hogelijk verbaasd over de stelligheid van de minister dat er „geen meldingen” bekend zijn. „Velen hebben tegen mij getoond een hele strijd met defensie te hebben gevoerd hierover. Dat is allemaal opgeslagen in hun medisch dossier. De bewering van de minister is evident onjuist; hoe kan zij dit nu zo absoluut ontkennen? Het is niet voor niks dat al die militairen zich nu bij mij melden. Want ze hebben totaal geen vertrouwen meer in defensie.”

De Drentse jurist roept militairen op nog meer documenten te delen waarin staat dat zij wel degelijk defensie uitvoerig hebben ingelicht over hun gezondheidsklachten door burnpits.

„Een werkgever heeft de plicht ervoor te zorgen dat werknemers geen schade oplopen tijdens hun werkzaamheden. Ik snap dat dit niet altijd te voorkomen is, zeker niet tijdens een missie, maar defensie is dan wel verantwoordelijk voor eventuele schade.”

Veteranen analyseren meldingen

Van de Nadort: „Militairen zijn jarenlang bloot gesteld aan gevaarlijke stoffen uit burn pits. Het is een doodzonde dat zij nu zelf worden opgezadeld met een zware bewijslast. Omdat defensie botweg ontkent. De militairen die zich bij mij hebben gemeld, hebben een scala aan medische problemen, waaronder kanker.”

Twee veteranen werken inmiddels bij de Drentse jurist voor het in kaart brengen van alle meldingen. Meer dan tweehonderd militairen hebben zich inmiddels gemeld met informatie over de burnpits.

Minister Bijleveld antwoordde vorige week tegenover de NOS, op de vraag of zij niet eerder signalen had gekregen over gezondheidsklachten door burnpits: „Nee, ik hoor dat het zo is, maar bij ons zijn er op dit moment geen meldingen.” Vele militairen waren daar verbaasd én boos over.

Vragen aan defensie

Dagblad van het Noorden heeft de afgelopen dagen onder meer onderstaande vragen ingediend bij het ministerie over de ontkenning van de minister, maar daar tot op heden geen antwoord op gekregen:

a) Blijft de minister bij dit antwoord, of is zij inmiddels door haar staf geïnformeerd over de meldingen die bekend zijn bij defensie van militairen die de relatie leggen tussen hun ziekte en burnpits?

b) In bezit van Dagblad van het Noorden is een exemplaar van het gestandaardiseerde ‘PERSONEELSREGISTRATIEFORMULIER BLOOTSTELLING VRIJKOMENDE STOFFEN LOCATIE BURNPIT, KANDAHAR AIR FIELD, AFGHANISTAN’. Hoe verhoudt dit standaardformulier – dat maandelijks ingevuld moest worden – zich ten opzichte van de bewering van de minister dat defensie niet bekend is met meldingen?

c) Sinds wanneer is dit standaardformulier in gebruik?

d) Hoeveel militairen hebben dit formulier ingevuld?

e) Wat is gedaan met deze meldingen?

f) Kan het zijn dat in de afgelopen dagen zich wél militairen hebben gemeld bij defensie?

g) Op welke wijze worden nieuwe meldingen ‘door ons opgepakt’, zoals de minister stelde. Hoe werkt dat concreet?

,,Voor de zorgvuldigheid in het beantwoorden van de vragen hebben we meer tijd nodig”, zegt Jos van der Leij, woordvoerder Commandant der Strijdkrachten en hoofd van de Sectie Communicatie Krijgsmacht en Operaties.

1 2 3 4