Defensie had geen conclusies mogen trekken over (on)schadelijkheid burnpits
Tijdens militaire operaties, zoals die in Afghanistan, was de verwerking van afval een logistiek probleem. Daarom werd al het militair afval verbrand in een gat in de grond. Denk aan plastic, voedsel, menselijke ontlasting, maar ook accu’s, rubber, munitie, piepschuim en verf.
De burnpit werd met regelmaat aangestoken met brandstof, waardoor de verbranding op lage temperatuur plaatsvond. Eerder onderzoek wees al uit dat de rook die hierbij vrijkomt gezondheidsschade kan veroorzaken.
Burnpit-problematiek
Onderzoeker en oud-lid van de Gezondheidsraad Dick Heederik had liever gezien dat ze met een meer sluitend antwoord hadden kunnen komen over de risico’s van potentiële blootstelling aan burnpits, zegt hij. “Maar dat laat de beschikbare informatie niet toe.”
Heederik werd samen met drie collega-onderzoekers van het IRAS door het ministerie van Defensie gevraagd te kijken naar de beschikbare literatuur over gezondheidsschade bij militairen door burnpits. Dat resulteerde in het rapport Burnpit problematiek, dat in april 2021 verscheen.
Eerder onderzoek niet informatief
Het ministerie van Defensie communiceerde na het verschijnen van het rapport zelf dat het gedane onderzoek geen nieuwe inzichten had opgeleverd. Die conclusie klopt technisch gezien, zegt Heederik, maar dat komt vooral doordat de beschikbare literatuur en onderzoeken ondermaats zijn.
“Die studies zijn zo globaal dat onze conclusie was: ze zijn niet informatief. Eigenlijk moeten we concluderen dat al die studies die onder militairen zijn gedaan, te algemeen zijn om conclusies over burnpits te kunnen trekken.”
Honderden meldingen
De afgelopen jaren hebben honderden militairen gemeld ziek te zijn geworden van de rook die vrijkomt bij burnpits. Jurist Ferre van de Nadort opende zelf een meldpunt en schrok van het aantal meldingen.
“Vooral jonge mensen met ernstige hart- en vaatziekten of longproblemen melden zich. Ik begrijp uit de literatuur dat dat te maken kan hebben met de rook die uit een burnpit vrijkomt.”
‘Metingen slecht uitgevoerd’
Van de Nadort is van mening dat de luchtkwaliteitsmetingen tijdens de militaire missie in Afghanistan, waar het onderzoek zich op toespitst, slecht zijn uitgevoerd. “We hadden er al eerder op gewezen dat de luchtkwaliteitsonderzoeken van Defensie ver beneden de maat waren. Kapotte en verkeerde meetapparatuur, op verkeerde locaties, dagen die ontbreken in meetrapporten. Het is een rommeltje, het rammelt aan alle kanten.”
Defensie laat EenVandaag desgevraagd weten het belangrijk te vinden ‘in de toekomst over meer data te kunnen beschikken over blootstellingen tijdens missies en deze meer te kunnen relateren aan mogelijke gezondheidsrisico’s en eventuele gezondheidsklachten’.
‘Minister had dit niet moeten zeggen’
Onderzoeker Heederik: “Het gaat om heel incidentele metingen, die geven een heel beperkt beeld. Eigenlijk is er een hele andere meetstrategie nodig om de blootstelling van die militairen in kaart te brengen. Dan moet je sowieso niet een paar dagen wat metingen doen om een beeld te krijgen.”
Toch liet voormalig Defensieminister Ank Bijleveld de Tweede Kamer in 2020 weten dat er tijdens metingen ‘geen waarden waren gemeten die lagen boven de gezondheidsnorm’. Heederik is van mening dat de minister dat niet zomaar kon zeggen op basis van de onderzoeken die er beschikbaar waren. “Ik zou heel voorzichtig zijn met zo’n conclusie, want ik zou die niet op grond van de blootstellingsstudies durven stellen.”
WOB-verzoek
En dan is er nog iets opmerkelijks: op 11 juli 2019 liet minister Bijleveld aan EenVandaag weten dat het RIVM bereid was gevonden om onderzoek te doen naar de effecten van de rook van burnpits. Maar uit mailwisselingen, verkregen met de Wet Openbaarheid van Bestuur, blijkt dat het RIVM het onderzoek niet wilde doen.
Toen EenVandaag nogmaals navraag deed bij het RIVM liet deze weten dat het onderzoeksvoorstel ‘niet paste bij de rol van het RIVM’. Pas daarna kwam het ministerie uit bij het IRAS, waar onderzoeker Heederik met drie anderen een literatuuranalyse deed van een eerder onderzoek van Defensie.
Enkele dagen later
In een schriftelijke reactie laat Defensie laat weten dat de contacten tussen het RIVM en het ministerie telefonisch plaatsvonden. “De exacte datum wanneer het RIVM aan Defensie liet weten het onderzoek niet uit te willen voeren, is niet bekend.”
Wel schrijft het ministerie dat ‘enkele dagen nadat de toenmalig minister van Defensie bij u in de uitzending het interview heeft gegeven in juli 2019, het RIVM aan Defensie laten weten dat zij het onderzoek niet willen doen’.
Chroom-6
Heederik erkent dat de conclusies van het onderzoek wat hem betreft onbevredigend zijn. “We zitten hier toch met de onbevredigende situatie dat we niet meer kunnen zeggen of de rook nu schadelijk was of niet.”
Ook vanwege het feit, zo zegt hij, dat er niet goed is gemeten waar dat misschien wel had gemoeten. “We hebben in Nederland ook de problematiek rondom Chroom-6, waar het net als bij burnpits de vraag is of blootstelling eraan tot ziekte heeft geleid. Ook daar kan die vraag niet meer beantwoord worden.”
Compensatie
“Toch wordt ook in die zaak wel besloten tot compensatie (van slachtoffers, red.)”, vervolgt Heederik. “Mede omdat ook daar duidelijk is geworden dat men (Defensie, red.) vroeger maatregelen had moeten nemen.”
“In het geval van Chroom-6 gaat het dus meer om de verantwoordelijkheid van Defensie naar de werknemers dan om de effecten van de rook van burnpits. Afhankelijk van het antwoord op die vraag kun je zeggen: we willen iets van compensatie bieden.”
‘Defensie heeft verzuimd’
Jurist Van de Nadort, die honderden militairen juridisch bijstaat, vindt dat Defensie heeft verzuimd de gezondheidsrisico’s in kaart brengen. En daarmee heeft verzaakt als het gaat om goed werkgeverschap. “Defensie had als werkgever de plicht de blootstelling te registreren. Die plicht hebben ze nagelaten. Dan kun je nu niet zeggen: jammer dan militairen, je moet nu zelf maar bewijzen dat je ziek bent geworden.”
Het ministerie van Defensie zegt daarover de wetenschappelijke ontwikkelingen en literatuur rondom burnpits te blijven volgen, evenals ontwikkelingen bij internationale partners. “Mocht er in de toekomst meer duidelijkheid ontstaan over de relatie van gezondheidsklachten van veteranen en missies, dan zal Defensie haar verantwoordelijkheid als werkgever blijven nemen.”