0

Hier, minister, de meldingen van zieke militairen over burnpits die u ‘niet kent’

Een groep militairen heeft zich wél degelijk bij defensie gemeld met ernstige gezondheidsschade, waaronder kanker, die zij relateren aan vuilverbranding op missie in Afghanistan.

Het ministerie van defensie zei vorige week geen weet te hebben van militairen die kanker zouden hebben opgelopen door vuilverbranding op missie in Afghanistan. Het departement heeft geen klachten ontvangen, zei minister Ank Bijleveld.

Ze reageerde daarmee op de ruim vijftig militairen die zich recent hebben verenigd en die claimen ernstige gezondheidsschade te hebben opgelopen door het verbranden van vuil. Vele militairen hebben zich verbaasd over de stelligheid van de minister.

Bewijs

Dagblad van het Noorden heeft bewijs in handen dat verschillende militairen defensie in het verleden formeel aansprakelijk hebben gesteld voor de blootstelling aan gifstoffen door burnpits.

Onder hen ook ex-militairen met kanker, zoals de Friese ex-luchtmachtmilitair Johan Smit. Ook hij stelde defensie destijds formeel aansprakelijk. Ook twee defensiemonteurs met leukemie stellen dat defensie weet heeft van hun medische situatie door blootstelling aan burnpits. Deze monteurs hebben zich reent gemeld bij het meldpunt over burnpits.

Ook beschikt deze krant over correspondentie met defensie waarin de blootstelling aan giftige stoffen door burnpits wordt erkend, én de relatie daarmee met ernstige medische aandoeningen.

‘Blootstelling gifstoffen verbrandingsovens’

Deze krant heeft inzage gehad in dossiers waarin duidelijk staat dat defensie wél meldingen kreeg. In één daarvan staat: „Cliënt is van mening dat defensie aansprakelijk is voor de gezondheidsschade die hij heeft opgelopen ten gevolge van blootstelling aan giftige stoffen uit de verbrandingsovens op de luchtmachtbasis Kandahar in de periode dat hij naar Afghanistan uitgezonden is geweest.”

Uit stukken blijkt dat defensie zelfs standaardformulieren gebruikte voor de registratie van blootstelling aan vrijkomende stoffen door burnpits. Zo’n formulier heeft als titel ‘Personeelsregistratieformulier blootstelling vrijkomende stoffen locatie burnpit, Kandahar Air Field, Afghanistan’. Daar staat dat het „per mand moet worden ingevuld” en „betrokken draagt zelf zorg voor archivering in het eigen dossier”.

Document erkent relatie burnpit en gezondheidsschade

De Drentse jurist Ferre van de Nadort – die juridisch het voortouw neemt in de erkenning van burnpitschade van militairen – heeft documenten waarin de directe relatie wordt erkend door defensie tussen gezondheidsklachten en burnpits.

Eén van die bewijsdocumenten is ondertekend namens de minister van defensie door Stichting Pensioensfonds ABP: „Uit een opgemaakt proces-verbaal blijkt dat u tijdens uitzending in Afghanistan op kamp Holland in aanraking bent geweest met toxische stoffen en gassen uit een burning pit. Hiermee staat vast dat u bij het verrichten van opgedragen werkzaamheden tijdens verblijf in militaire dienst aan toxische stoffen en gassen bent blootgesteld geweest.”

De brief vervolgt: „Met deze brief wordt u van deze vaststelling in kennis gesteld. Deze vaststelling kan voor u van belang zijn als u na dienstverlating onverhoopt klachten zou gaan krijgen ten gevolge van contact met toxische stoffen en gassen.”

‘Bewering minister evident onjuist’

Jurist Van de Nadort was hogelijk verbaasd over de stelligheid van de minister dat er „geen meldingen” bekend zijn. „Velen hebben tegen mij getoond een hele strijd met defensie te hebben gevoerd hierover. Dat is allemaal opgeslagen in hun medisch dossier. De bewering van de minister is evident onjuist; hoe kan zij dit nu zo absoluut ontkennen? Het is niet voor niks dat al die militairen zich nu bij mij melden. Want ze hebben totaal geen vertrouwen meer in defensie.”

De Drentse jurist roept militairen op nog meer documenten te delen waarin staat dat zij wel degelijk defensie uitvoerig hebben ingelicht over hun gezondheidsklachten door burnpits.

„Een werkgever heeft de plicht ervoor te zorgen dat werknemers geen schade oplopen tijdens hun werkzaamheden. Ik snap dat dit niet altijd te voorkomen is, zeker niet tijdens een missie, maar defensie is dan wel verantwoordelijk voor eventuele schade.”

Veteranen analyseren meldingen

Van de Nadort: „Militairen zijn jarenlang bloot gesteld aan gevaarlijke stoffen uit burn pits. Het is een doodzonde dat zij nu zelf worden opgezadeld met een zware bewijslast. Omdat defensie botweg ontkent. De militairen die zich bij mij hebben gemeld, hebben een scala aan medische problemen, waaronder kanker.”

Twee veteranen werken inmiddels bij de Drentse jurist voor het in kaart brengen van alle meldingen. Meer dan tweehonderd militairen hebben zich inmiddels gemeld met informatie over de burnpits.

Minister Bijleveld antwoordde vorige week tegenover de NOS, op de vraag of zij niet eerder signalen had gekregen over gezondheidsklachten door burnpits: „Nee, ik hoor dat het zo is, maar bij ons zijn er op dit moment geen meldingen.” Vele militairen waren daar verbaasd én boos over.

Vragen aan defensie

Dagblad van het Noorden heeft de afgelopen dagen onder meer onderstaande vragen ingediend bij het ministerie over de ontkenning van de minister, maar daar tot op heden geen antwoord op gekregen:

a) Blijft de minister bij dit antwoord, of is zij inmiddels door haar staf geïnformeerd over de meldingen die bekend zijn bij defensie van militairen die de relatie leggen tussen hun ziekte en burnpits?

b) In bezit van Dagblad van het Noorden is een exemplaar van het gestandaardiseerde ‘PERSONEELSREGISTRATIEFORMULIER BLOOTSTELLING VRIJKOMENDE STOFFEN LOCATIE BURNPIT, KANDAHAR AIR FIELD, AFGHANISTAN’. Hoe verhoudt dit standaardformulier – dat maandelijks ingevuld moest worden – zich ten opzichte van de bewering van de minister dat defensie niet bekend is met meldingen?

c) Sinds wanneer is dit standaardformulier in gebruik?

d) Hoeveel militairen hebben dit formulier ingevuld?

e) Wat is gedaan met deze meldingen?

f) Kan het zijn dat in de afgelopen dagen zich wél militairen hebben gemeld bij defensie?

g) Op welke wijze worden nieuwe meldingen ‘door ons opgepakt’, zoals de minister stelde. Hoe werkt dat concreet?

,,Voor de zorgvuldigheid in het beantwoorden van de vragen hebben we meer tijd nodig”, zegt Jos van der Leij, woordvoerder Commandant der Strijdkrachten en hoofd van de Sectie Communicatie Krijgsmacht en Operaties.

Geef een antwoord

Your email address will not be published. Required fields are marked *