Hoe de kamer werd geïnformeerd over falende ovens op Kamp Holland
Na de vele meldingen, documenten en beeldmateriaal staat het inmiddels wel vast: gedurende het Nederlandse verblijf op Kamp Holland (Tarin Kowt; Uruzgan) werd vuil in open vuur verbrand. De 3 ovens die in 2008 werden geleverd, zijn niet gebruikt omdat ze niet werkten. De vraag is dan hoe minister van Defensie Hillen in 2010 ten overstaan van de Tweede Kamer heeft kunnen aangeven dat er maar liefst 6 ovens waren in plaats van 3 en dat al het afval op Kamp Holland in deze ovens werd verbrand. Was hij verkeerd geïnformeerd door zijn departement?
Foto: NIMH
Op Kamp Holland werd vuil verbrand in een open burnpit vlak buiten het kamp. Een gat in de grond waar al het mogelijke afval, zoals huisvuil, chemisch afval, autobanden, accu´s, etc. in de open lucht werd verbrand. De wind kwam niet altijd uit dezelfde hoek, dus de rook van de burnpit kwam regelmatig over Kamp Holland. Het kamp was regelmatig bedekt onder een deken van rook van de burnpit, zo wordt door vrijwel alle melders die op Kamp Holland zijn geweest (ruim 50!) aangegeven.
Volgens de begroting van 2008, zouden er drie verbrandingsovens worden geplaatst op Kamp Holland. Dat zou samenhangen met de milieueisen: de verwerking van afval zou zo op een milieuhygiënisch meer beheerste manier kunnen verlopen (zie de begroting van 2008) en aan de ongezonde situatie zou een einde komen. Groots aangekondigd, blijken de ovens al snel niet geschikt voor de hoeveelheid aangeboden afval, zijn ze moeilijk brandend te houden en blijken de ovens niet tegen hitte te kunnen.
De ovens die de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in 2008 aankoopt werken niet, waardoor men tot het vertrek uit Kamp Holland gebruik moest blijven maken van de burnpit.
Aan het falen van de ovens wordt in kamerstukken en de media geen aandacht besteed. Sterker nog: Defensie benadrukt het bestaan en het gebruik van de ovens op Kamp Holland. Zo is er bijvoorbeeld op 26 juni 2010 een “persmoment” waar wordt bericht over een ceremonie waarbij opium met de ovens wordt verbrand. Er wordt groots uitgepakt: Nederland stuurt een afvaardiging, er wordt gespeecht en er is een fotograaf van het Mediacentrum Defensie (MCD) aanwezig. Groots is de presentatie van de ovens. Maar uitgerekend die defensiefotograaf maakt een foto waarop op de achtergrond de brandende en rokende burnpit staat. Ook de aanwezige Nederlandse ‘hoogwaardigheidsbekleders’ moeten dat hebben opgemerkt.
Beantwoording van kamervragen door Hillen
Gezondheidsklachten van militairen die op Kamp Holland gelegerd zijn, leidden op 15 november 2010 tot Kamervragen door de SP. In de antwoorden op die vragen maakt Hillen geen melding van het in onbruik zijn geraakt van de 3 ovens op Kamp Holland en dat daarom in plaats daarvan de burnpit nog steeds wordt gebruikt. Hillen geeft in plaats daarvan zelfs aan dat de ovens werden gebruikt: In de ovens werden onder toezicht huishoudelijk afval, werkmaterialen en medisch afval verbrand. Het afval was afkomstig van Nederlandse eenheden en die van bondgenoten op Kamp Holland. Volgens Hillen zouden er maar liefst 6 ovens op Kamp Holland aanwezig zijn, waarvan 2 voor het verbranden van medisch afval.
Dat Hillen spreekt over 6 ovens op Kamp Holland is opmerkelijk. Want er hebben slechts drie ovens gestaan. Dat blijkt ook al uit de begroting van 2008. Hillen benadrukt zelfs: De temperatuur in de verbrandingsovens is hoger dan 800 graden Celsius. Onder optimale omstandigheden zal er sprake zijn van een volledige verbranding met zo min mogelijk schadelijke bijproducten. Wanneer ovens zouden zijn gebruikt, dan zou dat wellicht juist zijn, maar de verbrandingsovens werden op Kamp Holland dus niet gebruikt. Het huishoudelijk afval, werkmateriaal en medisch afval werd in 2010 nog met open vuur, de burnpit, verbrand. Hillen spreekt trouwens ook over 6 ovens die 200 m3 per dag konden verwerken, maar er stonden er maar 3, die die capaciteit – ook als ze wel zouden hebben gewerkt – bij lange na niet hadden.
De beantwoording van de vragen door Hillen in 2010 roept vragen op. Waarom werd in die beantwoording de burnpit op Kamp Holland (Tarin Kowt; Uruzgan) verzwegen? En waarom wordt de indruk gewekt dat het afval op Kamp Holland in ovens werd verbrand, terwijl dat niet zo was? Maar belangrijker nog: hoe komt de Staatssecretaris aan informatie?
Met name die laatste vraag is naar mijn mening van belang. Een minister is afhankelijk van de informatie die zijn departement verstrekt bij de beantwoording van Kamervragen. Maar dat wetende doemt er gelijk een nieuwe vraag op: hoe betrouwbaar is informatie die dat departement aan de minister geeft?
Ga naar de pagina over Kamp Holland (Tarin Kowt; Uruzgan)
Ga naar een eerder bericht waarin ik vraag over informatie over niet werkende ovens op Kamp Holland en de reacties daarop
De Kamervragen en de beantwoording:
Tweede Kamer der Staten-Generaal |
2 |
|
Vergaderjaar 2010-2011 | Aanhangsel van de handelingen | |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden | ||
799
Vragen van de leden Van Dijk en Van Bommel (beiden SP) aan de minister van Defensie over gezondheidsklachten militair personeel in Uruzgan (ingezonden 15 november 2010).
Antwoord van minister Hillen (Defensie) (ontvangen 15 december 2010).
Vraag 1, 2
Is u bekend dat militairen die in Uruzgan hebben gewerkt ernstige gezondheidsklachten hebben gekregen die mogelijk het gevolg zijn uitstoot van uitlaatgassen uit de verbrandingsoven op Kamp Holland?1 Is het waar dat militairen hun beklag hebben gedaan bij de commandant? Wat was het oordeel van de commandant over deze klachten?
Heeft de militaire geneeskundige dienst in Uruzgan onderzoek gedaan naar mogelijk verband tussen deze klachten en de verbrandingsovens? Bent u bereid de resultaten van de onderzoeken van het Nederlandse Ministerie van Defensie en dat van Britse en Amerikaanse onderzoeken aan de Kamer voor te leggen? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 1, 2
Voor en tijdens de missie in Afghanistan heeft Defensie op Nederlandse locaties onderzoek verricht naar de aanwezigheid van schadelijke stoffen in de lucht. In mijn brief van 12 november jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 411) ben ik hierop nader ingegaan. Uit deze onderzoeken is gebleken dat er slechts incidenteel sprake is geweest van verhoogde waarden van schadelijke stoffen en dat langdurige of blijvende gezondheidsschade hierdoor niet waarschijnlijk is. Ik heb tot op heden geen aanwijzingen voor een toename van gezondheidsklachten als gevolg van de mogelijke blootstelling aan de uitstoot van verbrandingsovens. Na de voltooiing van de metingen in Afghanistan zal ik de Kamer informeren over het Nederlandse onderzoek en de resultaten van Britse en Amerikaanse onderzoeken.
Vraag 3
Om hoeveel ovens gaat het, waar staan zij? Wat is de capaciteit van die ovens?
Antwoord 3
Op Kamp Holland (Tarin Kowt) werden zes ovens gebruikt om gewoon afval te verbranden en twee ovens voor medisch afval. De maximale capaciteit van deze verbrandingsovens was 200 m³ per dag.
Vraag 4, 5, 6
Volgens welke gezondheid- en milieunormen zijn de ovens ingericht? Kunt u dat toelichten?
Wat wordt in de verbrandingsovens verbrand? Op welke temperatuur wordt het afval verbrand? Gaat het daarbij om huishoudelijk afval of worden ook werkmaterialen verbrand? Gaat het daarbij ook om chemicaliën en/of munitie? Is u bekend wat de chemische reacties kunnen zijn van de verbranding?
Maken ook (NAVO-)partners gebruik van deze oven? Zo ja, van welke? En is bekend wat zij daar in storten? Indien neen, waarom niet? En deelt u in dat geval de mening dat onmiddellijke openbaarheid moet worden betracht?
Antwoord 4, 5, 6
Defensie hanteert in het buitenland waar mogelijk de Nederlandse gezondheid- en milieunormen tenzij de lokale regels strenger zijn. In Uruzgan is dat met de verbrandingsovens niet mogelijk gebleken. In de ovens werden onder toezicht huishoudelijk afval, werkmaterialen en medisch afval verbrand. Het afval was afkomstig van Nederlandse eenheden en die van bondgenoten op Kamp Holland. Gevaarlijke stoffen werden door lokale bedrijven afgevoerd. Bij verbranding is sprake van een chemische reactie van stoffen met zuurstof. Deze chemische reacties zijn afhankelijk van de aard en samenstelling van het afval, de toevoer van zuurstof en de verbrandingstemperatuur. De temperatuur in de verbrandingsovens is hoger dan 800 graden Celsius. Onder optimale omstandigheden zal er sprake zijn van een volledige verbranding met zo min mogelijk schadelijke bijproducten.
Op andere locaties in Uruzgan waar Nederlandse troepen verbleven, werd gebruikgemaakt van zogenaamde burnpits. Deze locaties waren te kleinschalig om een verbrandingsoven te plaatsen. In een burnpitis meestal sprake van een smeulbrand en dus van een onvolledige verbranding. Hierbij kunnen meer schadelijke stoffen vrijkomen. De locaties van deze burnpits zijn zodanig gekozen dat de hinder door de verbrandingsprocessen zo gering mogelijk was.
1Algemeen Dagblad, «Militairen ziek door verblijf in Afghanistan», 11 november 2010.